Deze kinderen leren van en door hun lichaam te gebruiken. Ze zijn in beweging, lopen rond, kijken om zich heen om uit te zoeken wat ze gaan doen. Ze maken vaak gebaren als ze praten en ze zijn makkelijk te herkennen aan hun sprekende mimiek.
Deze kinderen voelen zich aangetrokken tot het werken met andere kinderen en mensen. Ze vinden het leuk om ergens voor te zorgen. Samen dingen uitwisselen vinden ze fijn. Ze kunnen zich goed verplaatsen in de gevoelens van anderen. Ze weten wanneer een ander kind zich verdrietig voelt.
Deze kinderen voelen zich aangetrokken tot het luisteren naar muziek of het zingen en meezingen van liedjes. Ze zullen tijdens een activiteit zelf voor achtergrond muziek zorgen Ze bedenken zelf nieuwe liedjes. Melodieën en ritmes spelen binnen deze intelligentie een hoofdrol.
Deze kinderen voelen zich sterk aangetrokken tot dieren, planten of natuurlijke voorwerpen. Ze nemen vaak iets mee uit de natuur wat ze hebben gevonden. Ze verzamelen graag, analyseren en tonen interesse voor namen van planten en dieren. Ze letten op het weer. Ze hebben oog voor verandering en opeenvolging in de natuur.
Het oplossen van problemen heeft een sterkte aantrekkingskracht op deze kinderen. Ze vinden het een uitdaging om oorzaak- gevolg verbanden te leggen. Analyseren van problemen en gestructureerd werken hoort bij deze intelligentie. Meten, maar ook het (her) kennen van cijfers is een fijne bezigheid voor deze kinderen.
Dit zijn kinderen die zich de dingen in beelden voorstellen. Ze houden van kleuren en vormen. Deze kinderen zitten vaak te tekenen of te krabbelen. Het zijn kinderen die snel de weg weten te vinden. Puzzels waarbij ruimtelijke verhoudingen een rol spelen kunnen deze kinderen goed en snel oplossen.
Deze kinderen voelen zich aangetrokken tot het lezen en voorgelezen worden. Ze vinden zingen van liedjes of rijmpjes prachtig. Ze kunnen zelf ook verhaaltjes vertellen. Deze kinderen kunnen hun gevoelens goed beschrijven. Ze hebben een uitgebreide woordenschat.
Deze kinderen voelen zich aangetrokken tot het vertellen over recente ervaringen. Hoe was de vakantie of wat heb ik gister gedaan? Ze kunnen goed aangeven wat ze goed kunnen of juist niet zo goed. Dit zijn kinderen die graag dromen en fantaseren. Ze kunnen goed alleen bezig zijn.